Het dossier van de Bende van Nijvel is het meest complexe dossier sinds de creatie van de Belgische staat. Het bewijs is dat de justitie vandaag, ruim een kwart eeuw na de gruwelijke feiten, geen antwoord heeft. Binnen dat kader is de informatie van voormalige magistraten altijd zinvol. Daarom geven we – onder dubbel voorbehoud – de open brief mee van voormalig magistraat Edwig Steppé van 21 juni 2019.
Werd Léon Finné dan toch niét in Overijse vermoord?
1. 1
Werd Léon Finné dan toch niét in Overijse
vermoord?
Thierry Debels
@thierryd
22/6/19
Het dossier van de Bende van Nijvel is het meest
complexe dossier sinds de creatie van de Belgische
staat. Het bewijs is dat de justitie vandaag, ruim
een kwart eeuw na de gruwelijke feiten, geen
antwoord heeft. Binnen dat kader is de informatie
van voormalige magistraten altijd zinvol. Daarom
geven we – onder dubbel voorbehoud1
– de open
brief mee van Edwig Steppé van 21 juni 2019.
1
Het eerste voorbehoud is dat we brief niet ontvangen hebben. de informatie komt
van een ‘ontvanger’ en kan dus aangepast zijn. Het tweede voorbehoud is dat het om
de (gefundeerde) mening van Steppé gaat.
2. 2
21 06 2019 ; ivm Bende van Nijvel .
De inhoud van het bericht van ex-magistraat Edwig
Steppé aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers
.
Geachte Voorzitter en Leden van de Kamer van
Volksvertegenwoordigers
HERSTEL DE RECHTSSTAAT!
Hierbij richt ik mij tot u m.b.t. de zogenaamde
'Bende van Nijvel' en 'het bedrog' van de Kamer
door het Federaal Parket in zijn antwoord op de
parlementaire vragen van voormalig kamerlid
Sarah Smeyers en ook Barbara Pas, opnieuw
verkozen, m.b.t.mijn Pro Justitia en 'bijkomende
vorderingen' in het gerechtelijk onderzoek
"Strategie van de Spanning" dat ik gevorderd had
bij toenmalig onderzoeksrechter Vlogaert (464/94).
Het gaat, enerzijds, om het voorafgaand "verraad"
door de toenmalige korpschefs Van Oudenhove,
Procureur-Generaal, en Dejemeppe, Procureur des
Konings in Brussel-Halle-Vilvoorde, die beletten
dat ik deze officiële stukken opgesteld als
parketmagistraat in mijn hoedanigheid van hoger
3. 3
officier van gerechtelijke politie aan het
gerechtelijk onderzoek voegde en de
daaropvolgende "toedekking" anderzijds.
Aanleiding voor deze aanklacht is het schriftelijke
antwoord dat door het federaal parket gegeven
werd via de Minister van Justitie, Koen Geens, op
deze parlementaire vragen betreffende mijn PRO
JUSTITIA van 1 december 1995 opgesteld als
hoger officier van gerechtelijke politie, die
logischerwijze tot een huiszoeking bij de Militaire
Veiligheid had moeten leiden. De voeging van deze
Pro Justitia aan het gerechtelijk oderzoek werd
echter onmogelijk gemaakt door het
wederrechtelijk optreden van Van Oudenhove en
Dejemeppe. Onderzoeksrechter Vlogaaert kreeg
dus nooit kennis van mijn proces-verbaal, evenmin
als van mijn bijkomende vorderingen in dit
gerechtelijk onderzoek. M.a.w. de beoordeling van
mijn Pro Justitia door onderzoeksrechter Vlogaert
werd onmogelijk gemaakt aangezien hij er nooit
kennis van kreeg! Het moge duidelijk zijn dat zoiets
absoluut niet kan in een rechtsstaat, wel in een
totalitaire staat, waar het recht ondergeschikt is
aan de wil van de Machthebber/s! Deze Pro
Justitia maakt samen met mijn bijkomende
vorderingen deel uit van het door mij
overgemaakte 'volledige!' dossier "Strategie van de
Spanning" dat door de 2de Bendecommissie Van
Parijs tot neerlegging opgevraagd werd.
4. 4
Op deze Parlementaire vragen werd door het
federaal parket als volgt geantwoord: "Los van de
beslissing die in deze of gene dossiers werden
genomen, is het uiteraard niet zo dat op grond van
een proces-verbaal, een onderzoeksrechter
verplicht is om een huiszoekingsmandaat af te
leveren. Het Federaal Parket heeft geen enkele
bevoegdheid om het al dan niet terecht of on-
terecht afleveren van het huiszoekingsmandaat in
deze casus te vervolgen / te onderzoeken... .”
Dit antwoord van het Federale Parket misleidt het
Parlement door de ware toedracht in deze zaak te
verdonkermanen: door het reeds aangehaalde
wederrechtelijk optreden van mijn hoogste
parkethiërarchie (in de pedofiliezaak 'Elio Di
Rupo' bijv. verklaarde Procureur-Generaal Van
Oudenhove: "Ja zeg, er was een proces-verbaal, en
dan is het mijn wettelijke plicht om de procedure te
volgen. Als ik de zaak blauwblauw had gelaten,
was me gegarandeerd verweten dat ik de klacht in
de doofpot wilde stoppen...) werd verhinderd dat
mijn PV aan het gerechtelijk onderzoek gevoegd
werd zodat de onderzoeksrechter er ook geen
gevolg/beoordeling kon aan geven, in tegenstelling
tot wat het Federaal Parket in zijn schriftelijk
antwoord voorhoudt! De allerelementairste
opsporingsplicht in hoofde van de
parketmagistraat, met name de voeging aan het
lopende gerechtelijk onderzoek van een Pro
Justitia van een 'hoger officier van gerechtelijke
5. 5
politie', werd hier dus onmogelijk gemaakt door
Van Oudenhove-Dejemeppe die hiermee hun
ambtsplichten grof schonden. Door het verdoezelen
van deze waarheid werkt het Federaal Parket mee
aan de doofpotoperatie die hieromtrent sindsdien
opgezet wordt! Het was totaal niet de keuze van de
onderzoeksrechter geen huiszoeking bij de
Militaire Veiligheid te bevelen, zoals het Federaal
Parket insinueert. Hij ontving 'gewoonweg' nooit
mijn PV met vordering tot huiszoeking door het
wederrechtelijk optreden van Van Oudenhove-
Dejemeppe... .
Indertijd hoorde de toenmalige Minister van
Justitie Stefaan De Clerck in dit verband uitvoerig
mijn raadslieden Stafhouder Verstringhe en
Eredeken Van Eecke naar aanleiding van mijn
klacht tegen Van Oudenhove-Dejemeppe. De
Minister van Justitie vroeg niet eens mijn Pro
Justitia en bijkomende vorderingen op! De
doofpotoperatie werd ingezet. Commissievoorzitter
Van Parijs hield zich voor de absolute domme
inzake de schending van de rechtsstaat. In een
'schijnbeweging' scheen het zelfs dat hijzelf de
waarheid wou bovenhalen in een confrontatie
tussen het hoofd van de Staatsveiligheid, op dat
ogenblik Bart Van Lijsebeth, en mezelf, terwijl de
door mij aangebrachte zware dysfunctie uiteraard
de hierboven uiteengezette sabotage betrof van het
gerechtelijk onderzoek "Strategie van de
Spanning". Puur correct werd dan het door mij
6. 6
vervolledigde dossier op vraag van Voorzitter Van
Parijs neergelegd ter beschikking van de
Commissie. Dit dossier bevatte dus ook mijn Pro
Justitia en bijkomende vorderingen ter inzage van
de Voorzitter en de Leden.
Niet alleen de Miltaire Veilgheid kwam alzo in het
vizier maar sinds langere tijd maakten de oud-
Voorzitter en Lid van het Comité Inlichtingen Jean-
Claude Delepierre en Walter De Smedt duidelijk
dat nog grondiger onderzoek dan wat zij reeds
hadden kunnen realiseren naar het functioneren
van de Staatsveiligheid noodzakelijk was tot
mogelijke voeging aan het Bendedossier, gelet op
de onvoorstelbare onregelmatigheden die zich
binnen deze staatsveiligheidsdienst hadden
voorgedaan!
De belazering van het Parlement door het Federaal
Parket impliceert mijns inziens een institutionele
crisis zonder voorgaande in deze walgelijke
moordpartijen met de zoveelste zware dysfunctie .
Aangezien datzelfde Federaal Parket publiek
aankondigde dat het bende-onderzoek zich
voortaan na meer dan 33 jaren alleen nog met
nieuwe feiten en expertises zal bezighouden -iets
wat uiteraard in elk onderzoek gebeurt vanaf het
prilste begin- is elke reële verwachting van
oplossing van dit moorden-zonder-weerga een
luchtspiegeling in het lopende gerechtelijk
onderzoek van onderzoeksrechter Martine Michel.
Het ligt dan ook in het licht van de
7. 7
waarheidsvinding voor de hand dat, zoals indertijd
in het eerste gerechtelijk onderzoek betreffende de
moordaanslagen van oktober 1981 op 3 BOB'ers
en majoor Vernaillen, aan de onderzoeksrechter
ontslag verleend zou worden. Overeenkomstig de
rede zal uw Parlement zeker kunnen overwegen een
Waarheidscommissie in te stellen waarbij alleszins
o.a. een beroep zal kunnen gedaan worden op de
ploeg die de moord op Lahaut ophelderde.
Na de Eerste Parlementaire onderzoekscommissie
'Bourgeois' die zich o.m. gebogen had over het
extreem intrigerende onderzoeksdossier betreffende
de moordaanslagen op 3BOB'ers en majoor
Vernaillen in oktober 1981 waarin, zoals in de
vorige paragraaf gezegd, de onderzoeksrechter
ontslag gekregen had, werd ik titularis van dit
dossier. Mijn opsporingswerk samen met
Eerstaanwezend Commissaris Binz van de Moord-
en Terreursectie van de gerechtelijke politie in
Brussel leidde tot het voor het Hof van Assisen
brengen van Bouhouche-Beyer-Buslik die feitelijk
zonder enige twijfel deze aanslagen pleegden. Op
een dubieuse wijze leidde dit assisenproces tot de
vrijsraak van deze criminelen (met deze nuance dat
Buslik eerst ter dood veroordeeld werd en na
"gedwongen internationale seining" ook
vrijgesproken werd). Op het assisenproces zelf
werd namelijk de gerechtelijke expertise 'Tombeur',
opgesteld in opdracht van toenmalig
onderzoeksrechter Luc Hennart, na samenspraak
8. 8
met mij, plots op een bizarre wijze totaal van geen
tel meer. Binz, op het assisenproces als getuige
aanwezig, was er ontsteld van, verbijsterd voor zijn
verdere leven. Meer dan bijzonder interessante stof
voor de door uw parlement te installeren
Waarheidscommissie!
Ten tijde dat ik nog titularis van de Raadkamer
was, luchtte oud-onderzoeksrechter Laffineur zijn
hart en verontwaardiging bij mij aangaande
expertiseerbare maskers die verwezen naar Patrick
Haemers en die hij wou overmaken aan
Bendetitularis Hennuy maar die hiervoor geen
interesse zou gehad hebben en ze dan ook niet
opgevraagd zou hebben... . Hennuy leidde na de
eleminatie van de onderzoeksploeg Acke-Troch de
vertaling van het Bendedossier....weer een
bijzonder onderzoekswaardig element naast zovele
andere!
Nog een toemaat: in het dossier Roze Balletten
bevestigde ik op vertrouwelijk niveau (voorzien
door de Parlementaire Onderzoekscommissie Van
Parijs) het bestaan van een officieuse waarheid in
het gerechtelijk onderzoek Bulthé. Ik vermeld nog
dat toen ik hierover indertijd informeel
onderzoeksrechter Bulthé aansprak hij mij
bevestigde op de hoogte te zijn maar dat 'de zaak'
verjaard was... . Weer materie voor een op te
richten Waarheidscommissie.
Ook nog een zeer concreet gegeven ter illustratie:
Procureur-Generaal Van Honsté besliste tegen elke
9. 9
opsporingslogica in de moordzaken van 27
september 1985 in Overijse en Eigenbrakel te
centraliseren in Nijvel onder Deprêtere. Iedereen
kent het straffeloze geknoei van deze “gerechtelijke
autoriteit” die zijn mantra voortdurend
uitschreeuwde 'ce sont des prédateurs'. Welnu
journalisten van de VRT bewezen (10 jaar? na de
laatste moordpartij in Aalst) dat het slachtoffer
Léon Finné in Overijse niet tijdens deze overval
vermoord werd. Een Engelse toeriste verklaarde
immers formeel dat zijn wagen, een witte Escort
waar zijn lijk naast lag, niet aanwezig was op het
ogenblik dat de raid losbarstte. Een Belgische
getuige bevestigde in diezelfde VRT-reportage met
zekerheid dat zij naar het lijk van Léon Finné was
gaan kijken en dat zijn aangezicht asgrauw was...
.De leugen van Deprêtere die zwaar op het hele
“gerechtelijk” onderzoek in Nijvel woog, is
hiermee definitief naar fabeltjesland verwezen. In
het gerechtelijk onderzoek zelf zou dit nooit aan
bod gekomen zijn! Ook hier zal een
Waarheidscommissie zich zinnig kunnen over
buigen.
Inmiddels is het officiële publieke standpunt in het
gerechtelijk onderzoek van onderzoeksrechter
Martine Michel door het Federaal Parket in een
persconferentie verwoord: “voortaan baseren wij
ons niet meer op complottheorieën allerhande
maar enkel nog (meer dan 33 jaar na de laatste
moordpartij in Aalst op 9 november 1985 o.m. op
10. 10
kinderen als 'knallende afsluiter') op nieuwe feiten
en expertises... .In elk strafonderzoek wordt
uiteraard 'gestart' met wat de feitelijke gegevens
zelf kunnen aan het licht brengen... . Opnieuw
Belgisch surrealisme?
Uw Parlement zal derhalve willen oordelen over
een op te richten Waarheidscommissie die niet
gehinderd wordt door een lopend gerechtelijk
onderzoek. Dit om eer te bewijzen aan onze
rechtsstaat tegen het machtsmisbruik in dat thans
overeenkomstig 'de totalitaire staat à la Stalin,
Adolf Hitler, de Zonne-Koning en zovele anderen'
heerst. Nadat deze Waarheidscommissie haar
opdracht voltooid heeft, zal naar alle
waarschijnlijkheid een nieuwe
onderzoeksrechter(s) kunnen aangesteld worden op
een zinnige basis met een reëel onderbouwde
werkhypothese.
In bijlage maak ik u de werkhypothese over van
“Alec Snell”die zich richt tot David van de Steen,
zeer interessant voor de Waarheidscommissie!
Met oprechte groeten
Edwig Steppé