Het belang van herkomstlanden voor scholen en onderwijssucces van migrantenkinderen
1. Het belang van herkomstlanden
voor scholen en onderwijssucces
van migrantenkinderen
Jaap Dronkers
Researchcentrum voor Onderwijs en
Arbeidsmarkt
2. 2 stellingen:
1. Herkomstland van migranten is veel belangrijker dan enig
ander migratie-kenmerk voor succes in onderwijs.
2. Percentage migrantenleerlingen per school onbelangrijk
schoolkenmerk. Belangrijke schoolkenmerken zijn
‘opleidingsniveau ouders’ & etnische homogeniteit van
school’.
Onderzoeksresultaten centraal, niet politieke of
maatschappelijke wenselijkheden. Wel mijn interpretatie,
die niet door iedereen wordt gedeeld.
3. Herkomstlanden
1. Migranten afkomstig uit verschillende herkomstlanden
zijn niet toevallig over EU landen verdeeld:
A. Koloniale geschiedenis & andere historische banden
(K&K; Turkije & Griekenland; Duitsland & Oost-Europa).
B. Kettingmigratie.
C. Variatie in selectief toelatingsbeleid van
bestemmingslanden.
D. Veel ‘onzichtbare migratie’ rijk naar rijk (binnen EU;
binnen OECD).
2. Variatie tussen herkomstlanden groter dan de variatie
tussen bestemmingslanden: omvang migratie van arm
naar rijk > van rijk naar arm.
4. Belang van herkomstlanden voor meting succes
migranten in verschillende Europese
bestemmingslanden.
Alle herkomstlanden van migranten, niet alleen van
de “erkende zielige” (in NL 4).
Voorbeelden uit recente PISA/OECD-surveys:
- 500 = OECD gemiddelde score taal/rekenen
- Lang niet alle OECD landen hebben herkomstland
gemeten, tegen afspraken.
- Politieke gevoeligheden. Niet: Zweden, Engeland,
Canada, USA, Spanje
8. Dus grote verschillen per herkomstland en kleinere
verschillen per bestemmingsland
Maar nog niet “gecorrigeerd” voor verschillen in
sociaal-economische achtergrond ouders, die ook
verschilt per bestemmingsland, maar vooral per
herkomstland
10. Dus: Individuele kenmerken, maar ook school &
onderwijsstelselkenmerken verklaren maar
gedeeltelijk succesverschillen van
migrantenleerlingen uit verschillende
herkomstlanden.
Maar:
- Individuele kenmerken zijn verreweg het
belangrijkst voor verklaring voor succesverschillen,
met opleiding ouders als belangrijkste.
- Kenmerken van bestemmingslanden zijn wel
relevant, maar minder dan bestemmingslanden
- Migratie geschiedenis wel belangrijk (generatie,
taal) maar niet dominant.
11. Herkomstland is geen noodlot (net als bij
bestemmingsland)
Proxy voor micro- en macroprocessen die migranten
en hun afstammelingen direct of indirect
beïnvloeden.
Voorbeelden
Nu: lengte leerplicht
Vanmiddag: machtsbalans tussen mannen &
vrouwen rollen.
13. Negeerders belang herkomst
- Organisation for Economic Co-operation and Development
(2012). Untapped Skills. Realising the Potential of Immigrant
Students. Paris: Organisation for Economic Co-operation and
Development.
- European Commission (2008). Migration & Mobility:
Challenges and Opportunities for EU Education Systems.
Brussels: European Commission.
- Meeste Europese overheden, publicatie & beleid
14. OECD/PISA & European Social Survey meten alleen
geboorteland ouders & leerling.
Subjectieve etnische groep = standaard Angelsaksische
landen. Door schaduw uitroeiing joden onmogelijk continent.
Geboorteland imperfecte meting:
- lukt alleen bij eerste 2 generaties
- elites afkomstig uit meer landen (Oranje-Nassau; Shell-kind)
-‘Zichtbare’ versus ‘onzichtbare’ afkomst
- Belang subjectieve identiteit
Technocratische/seculiere afkeer OECD/PISA van meting
religie of levensbeschouwing. Religieuze achtergrond of
didactische grondslag scholen onbekend.
15. Herkomstland niet alleen belangrijk voor
onderwijssucces migranten, maar bij een grote reeks
integratie kenmerken:
- Taal (Tubergen & Kalmijn, 2005)
- Arbeidsmarkt succes (Tubergen, Maas & Flap, 2004;
Fleischmann & Dronkers, 2010)
- Discriminatie (Andre, Dronkers & Fleischmann, 2009)
- Burgerschap (Dronkers & Vink, 2012; Vink, Prokic &
Dronkers, 2013)
- Stemgedrag (Andre, Dronkers & Need, 2009)
17. Beleidsimplicaties
Beleidsanalyses, zonder dat herkomstland is
verdisconteert, zijn inherent fout (bias of
ommitted variable) en dus ook daarop gebaseerd
beleid.
Dus zowel EU als OECD/PISA rapporten.
Beleidsanalyses alleen gebaseerd op “zielige
groepen” geven geen correct beeld van voor- &
nadelen migratie.
Herkomstland als onderdeel van migratie-beleid?
18. Stelling 2: belang etnische homogeniteit van school
- Diversiteit, bijvoorbeeld aantal verschillende ethnische
groepen in een school.
- Samenstelling, bijvoorbeeld percentage migranten
leerlingen per school.
Verwante onderwerp: etnische homogeniteit buurten. Vgl
Putnam negatief effect in USA, zwakker negatief in
Europa. Bijna nooit positief effect.
Onderwerp ook van belang voor middaglezing over
Islamitische scholen.
19. High diversity
0
5
10
15
20
25
group 1 group 2 group 3 group 4 group 5
%inschool
Series1
Low diversity
0
10
20
30
40
50
60
70
group 1 group 2
%inschool
Series1
20. High % natives and high diversity
0
10
20
30
40
50
60
70
natives Turks Yugoslavs Chinese Russians
%inschool Series1
Low % natives and high diversity
0
5
10
15
20
25
natives Turks Yugoslavs Chinese Russians
%inschool
Series1
22. Mechanismen van een Negatieve Relatie
tussen Diversiteit en Prestaties
1. Meer homogene school populatie verhoogt
specialisatie leraren in onderwijzen van
specifieke leerlingen.
2. Minder tijd nodig voor overbruggen verschillen
tussen leerlingen, wat meer tijd geeft voor
onderwijzen en leren.
3. Wederzijds vertrouwen tussen leraren, leerlingen
en ouders hoger in meer homogene scholen.
4. Minder discriminatie van etnische minderheden.
23. Mechanismen van een Positieve Relatie tussen
Diversiteit en Prestaties
1. Niveau curriculum dat onderwezen kan worden.
2. Niveau van de andere leerlingen waarmee
leerling zichzelf vergelijkt.
3. Echte onderwijs en leertijd als gevolg van tijd
verlies aan niet-academische zaken of aan
herhaling van het onderwijs.
4. Hoeveelheid financiële, culturele en sociale
ouderlijke hulpbronnen van de leerlingen van de
school.
5. Kwaliteit van leraren.
24. Compositie en Diversiteit Indicatoren of Scholen
PISA 2006
• Etnische diversiteit,
gebaseerd op aantal
herkomstlanden & hun deel
in schoolpopulatie.
• % leerlingen uit Oost-
Europa.
• % leerlingen uit niet-Islam
Azië.
• % leerlingen uit Islam
landen.
• % leerlingen uit westerse
OECD landen.
• Sociaal-culturele
diversiteit,
gebaseerd op
aantal
verschillende
opleidingsniveaus
ouders & hun deel
in
schoolpopulatie.
• Gemiddeld
opleidingsniveau
ouders.
25. Figure 1: Reading score of comparable native pupils
and pupils with a migrant background and the ethnic
diversity of their schools
460
470
480
490
500
510
0 0,12 0,28 0,48 0,69
ethnic diversity of schools
reading
native
migrant
26. Figure 3: Reading score of comparable native pupils
and pupils with a migrant background and the
parental education diversity of their schools
480
490
500
510
520
0 0,58 0,62 0,68 0,71 0,8
parental education diversity of schools
reading
native
migrant
27. Figure 5: Reading score of comparable native
pupils and pupils with a migrant background and
the percentage of pupils from Islam countries in
their schools
440
450
460
470
480
490
500
510
0 1,4 5,8 6,9 21
% pupils from Islam countries in
school
Reading
native
OECD
Asia (non-islam)
East Europe
Islam countries
28. Figure 6: Reading score of comparable native
pupils and pupils with a migrant background and
percentage Asian (non-Islam) pupils in their
schools
440
450
460
470
480
490
500
510
0 0,5 1,5 3,3 7,3
% Asian (non-Islam) pupils per school
Reading
native
OECD
Asia (non-islam)
East Europe
Islam countries
29. Figure 7: The percentage migrant pupils from a
specific region of origin per school and the
reading score of comparable native pupils
495
500
505
510
515
520
525
0 5 10 15
% immigrant pupils from specific
regions per school
Reading
East Europe
Asia (non-islam)
OECD
Islam-land
30. Figure 8: Reading score of comparable native
pupils and pupils with a migrant background
and the average parental education level of
school
410
420
430
440
450
460
470
480
490
500
510
520
530
540
-0,93 -0,75 0 0,5 0,82
Average parental education level of
schools
Reading
native
OECD
Asia (non-islam)
East Europe
Islam-landen
31. -50 -40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40
platteland
stad
grote stad
migranten
autochtonen
Negatief effect etnische schooldiversiteit varieert per
urbane context:
positief in metropool “iedereen minderheid?”
Bron: Braster & Dronkers. CReAM Discussion Paper Series 30/14
32. Enige beleidsimplicaties
• Onvoldoende positieve effecten schoolprestaties
ter rechtvaardiging gedwongen verhoging
etnische diversiteit van alle scholen.
• Een meer gelijke verdeling van hooggeschoolde
ouders over vergelijkbare scholen verkleint
ongelijkheid en verhoogt gemiddelde prestaties.
• Etnische homogeniteit van Hindoe of Islam
scholen is geen empirisch valide argument om ze
te sluiten (zie middag lezing).
33. Een politieke keuze
• Etnisch meer diverse scholen kunnen de sociale
afstand tussen etnische groepen verkleinen. Houtte &
Stevens (2009) vonden dat autochtone leerlingen in
meer diverse scholen een groter aandeel vrienden
hadden met migratie achtergrond.
• Politieke keuze: “wat is belangrijker voor onze
samenleving, een kleiner sociale afstand tussen
etnische groepen of hogere onderwijsprestaties van
leerlingen met migratie achtergrond?”
• Als het woord luidt hogere onderwijsprestaties, blijft
discriminatie van hoger opgeleide volwassenen met
een migratie achtergrond op Europese arbeidsmarkten
belangrijke hindernis (Heath & Cheung, 2007).