SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  32
Télécharger pour lire hors ligne
EXPERT



                              ARCHITECT
TRAINER
                                          MENTOR
          FACILITATOR




    Procesadvisering en intergroepsprocessen
           volgens Edgar Schein, MIT
                    Pascal Van Loo



                                               1
2
3
3 advies benaderingen
                                                HELP!


                EXPERT                 DOKTER                    PROCES




             Geen analyse van         Analyse en             Facilitatie van de
             probleem, alleen          oplossing               verandering
                oplossing



           Effect: de gepaste interventie
                                                                                  4


© Pascal Van Loo, pascal@thetrainingtransition.be, te gebruiken mits verwijzing
Adviseringsmodellen

   Informatieaankoop- of expertisemodel


   Arts – patiëntmodel

   Procesadviseringsmodel (PA)
Expertbenadering

   “Telling & selling”
   Cliënt (C) koopt informatie of expertise
    waarover hij zelf niet beschikt van adviseur
    (A) aan
   C stelt probleem zelf vast, heeft duidelijke
    vraag waarmee A aan de slag moet




                                                   6
Assumptie

1. Manager (cliënt) weet welke soort
informatie of dienstverlening hij zoekt


2. Adviseur kan dit leveren




                                          7
Kritisch: Expertbenadering: gewenste
 resultaat?
 Onderkent C eigen behoeften goed?
 Heeft C behoeften accuraat aan A
 overgebracht?
 Juiste inschatting door C van vermogen van A
 om gewenste info of dienst te kunnen leveren?
 Bestaat er een externe werkelijkheid die zich
 leent voor objectief onderzoek en kan die
 gereduceerd worden tot bruikbare kennis?

                                                  8
Dokterbenadering

 C geeft beschrijving van symptomen maar A moet
 diagnose stellen en oplossing bedenken
 A wordt ingeschakeld om te zien of er in de
 organisatie gebieden zijn waar het niet goed loopt
 en die aandacht behoeven.




                                                      10
Dokterbenadering: moeilijkheden
 Veronderstelling dat A in zijn eentje accurate diagnostische
  informatie kan opdoen
 Het als ziek bestempelde organisatieonderdeel kan
  terughoudend reageren bij verstrekking van informatie die A
  nodig heeft
 C is waarschijnlijk niet bereid om juistheid van diagnose of
  recept te aanvaarden of begrijpt het niet (o.w.v. gebrek aan
  participatie)
 Diagnoseproces is op zichzelf reeds een interventie met
  onbekende gevolgen
 C is niet altijd in staat om aanbevolen veranderingen te
  implementeren (cultuur, structuur, beleid)

                                                                 11
Dokterbenadering: gewenste resultaat?
 Heeft C juist aangegeven welke persoon, groep of
 afdeling hulp nodig heeft?
 Is C gemotiveerd om juiste info prijs te geven?
 Gelooft en aanvaardt C de diagnose en gaat hij
 akkoord met remedie?
 Heeft C de gevolgen van de beslissing een
 diagnose te laten stellen goed begrepen en
 aanvaard?
 Is C in staat om de aanbevolen veranderingen tot
 stand te brengen?
                                                     12
Procesbenadering

Procesadvisering als visie op en houding t.o.v. proces
 van begeleiding personen, groepen, organisaties en
 gemeenschappen.



 HULPVRAAG 
Centrale veronderstelling:

Leer menselijk systeem zichzelf te helpen.
Procesadvisering

  Proces = manier waarop zaken gedaan worden in
    interactie tussen personen of groepen.

                         HOE?
   Kijken naar gedrag, feedback
   Samen zoeken naar beleving en betekenis
   Helpen bewust worden van waaruit en waartoe de
    lerende handelt, met andere woorden, helpen
    expliciteren van zijn onderliggende referentiekaders
   En deze mogelijks helpen verbreden, herkaderen
Procesadvisering

 Uiteindelijke functie:
 A geeft d.m.v. het creëren van een relatie
 vaardigheden in diagnosticeren en constructief
 interveniëren door om C beter in staat te stellen
 zelf de organisatie te verbeteren.
 Consultant als iemand die verandering
 faciliteert (en zichzelf overbodig maakt)




                                                     16
Procesadvisering: assumpties
   C weet niet wat het probleem in werkelijkheid is en heeft hulp nodig bij
    het stellen van de diagnose. Maar enkel C is ‘eigenaar’ van het
    probleem!
   C weet vaak niet welke soort hulp A hem kan bieden, moet geholpen
    worden te ontdekken welke soort hulp hij moet zoeken.
   C heeft hulp nodig om te kunnen achterhalen wat er moet verbeterd
    worden en hoe dit moet gebeuren.
   C leert eigen sterke en zwakke kanten te achterhalen en managen.
   Alleen C weet wat in organisatie uiteindelijk zal werken. A kan niet
    voldoende over cultuur te weten komen om betrouwbare aanbevelingen
    te doen. Remedies moeten samen met C worden uitgewerkt!
   C moet leren zelf problemen te onderkennen en zelf remedies te
    bedenken opdat de implementatie van een oplossing succes kan zijn. A
    kan wel alternatieven bieden maar beslissing over alternatieven berust
    bij C!
                                                                               17
18
19
Inter groepsprocessen




                        20
Hoe kan de procesbegeleider leren over
inter groepsprocessen?

     1. Leden van groepen interviewen over gevoelens t.o.v
      andere groep en bevragen hoe ze die gevoelens in gedrag
      omzetten

     2. Observatie van meetings of situaties waar leden van beide
      groepen aanwezig zijn en kijken naar mate van open
      communicatie, coöperatie,…

     3. Proberen om theorie te maken over wat zou moeten
      gebeuren tussen groepen en theorie nagaan door observatie
      in specifieke situaties. Proberen om incident te vinden dat
      tegen theorie ingaat en dit observeren of bevragen wat
      gebeurt

     4. Instellen van intergroepsoefening: verkennen van
      discrepanties in percepties en reductie van competitiviteit
Instellen van een inter groepsoefening (Blake)
Stap 1: elke groep beschrijft elk afzonderlijk beeld over
eigen en over andere groep




                                                            22
Instellen van inter groepsoefening (Blake)
Stap 2: vertegenwoordigers wisselen beelden met elkaar
uit




                                                         23
Instellen van inter groepsoefening (Blake)
Stap 3: welk gedrag kan tot beeld van andere groep
bijgedragen hebben?




                                                     24
Instellen van inter groepsoefening (Blake)
Stap 4: gedragsmatige hypotheses met elkaar delen en
openlijk bespreken




                                                       25
Instellen van inter groepsoefening (Blake)
Stap 5: samen plan opstellen om kloof te reduceren




                                                     26
Wat gebeurt er binnen elke groep?

     Groep wordt hechter, grotere loyaliteit, minder afstand tussen
      leden onderling en minimaliseren van interne verschillen

     Groepsklimaat verschuift van informeel en speels naar werk-
      en taakgericht. Minder begaan met psychologische
      behoeften van leden, nadruk op vervullen van taken.

     Leiderschapspatronen verschuiven van meer democratisch
      naar meer autocratisch. Groep zal dit ook makkelijker
      tolereren.

     Meer structuur en organisatie binnen de groep

     Er wordt meer loyaliteit en conformiteit gevraagd van de
      leden zodat men een stevig front vormt
Wat gebeurt er tussen de competitieve
groepen? Inter groepsprocessen.
   Andere groep als vijand beschouwen i.p.v. als neutraal object

   Perceptuele distorsies: enerzijds zal elke groep enkel het beste van
    zichzelf waarnemen en eigen zwaktes ontkennen. Anderzijds zal men
    enkel het slechtste van de andere groep zien en hun sterktes
    ontkennen. Ontwikkeling van negatief stereotype van de andere
    groep.

   Toename in vijandigheid t.o.v. andere groep enerzijds en afname van
    interactie en communicatie met andere groep anderzijds. Negatieve
    stereotypes worden in stand gehouden, perceptuele distorsies
    kunnen moeilijker gecorrigeerd worden.

   Wanneer groepen tot interactie gedwongen worden, zal elke groep
    geneigd zijn om meer naar eigen vertegenwoordigers te luisteren en
    niet naar die van andere groep behalve voor het achterhalen van
    fouten.
Wat gebeurt er bij de winnaar?

    Behoud cohesie, soms zelfs toename

    ‘Fat and happy state’: minder spanning, minder vechtlust, meer
     zelfvoldaan, speels,…

    Geneigd tot intragroep coöperatie en aandacht voor noden van
     leden, minder werk- en taakgericht.

    Gevoel dat positief stereotype van eigen groep en negatief
     stereotype van ‘vijand’ bevestigd werden. Weinig basis voor
     herbekijken van percepties of van groepsactiviteiten met oog
     op deze te verbeteren.
Wat gebeurt er bij de verliezer?

      Wanneer enige ambiguïteit rond beslissing: neiging om de
       realiteit van het verlies te ontkennen of te vertekenen. Zoeken
       naar verantwoording.

      Wanneer verlies aanvaard wordt: uit elkaar vallen van groep,
       naar oppervlakte komen van onopgeloste conflicten, …

      ‘Lean and hungry state’: meer spanning, harder werken,
       hopeloos op zoek naar iets of iemand om schuld te geven

      Minder coöperatie binnen groep, minder aandacht voor noden
       van leden, verlies terugverdienen door harder te werken.

      Positief stereotype van zichzelf en negatief stereotype over
       ander worden omvergegooid. Hierdoor wordt men gedwongen
       tot het herbekijken van percepties. Gevolg: reorganisatie, meer
       cohesie en effectief eens het verlies geaccepteerd is.
Voorkomen is beter dan genezen

     Procesbegeleider moet trachten om relevante gegevens
      onder de aandacht van de manager te brengen zodat deze
      zelf kan zien dat motivatiesysteem valkuilen bevat.
Referenties

     Bouwen, R. (1984). Een overzichtschema van interventies in
      groepen. Leren en leven met groepen, 20. 1307-1 – 1307-18

     Schein, E. (1969). Intergroup processes. In: Schein, Process
      Consultation. Addison Wesley, p. 70 – 75.

     Schein, E. (2005). Proces advisering (Drs. Th. Tromp, vert.).
      Den Haag: Academic Service (oorspronkelijk werk
      gepubliceerd in 2000).




                                                                      32

Contenu connexe

Tendances

Leren Veranderen
Leren VeranderenLeren Veranderen
Leren VeranderenVakmedianet
 
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5Pascal Van Loo
 
Exerpt Boek Complexiteit Hoera Hoofdstuk Human Dynamics
Exerpt Boek Complexiteit Hoera   Hoofdstuk Human DynamicsExerpt Boek Complexiteit Hoera   Hoofdstuk Human Dynamics
Exerpt Boek Complexiteit Hoera Hoofdstuk Human DynamicsMara Lammertzen
 
Sessie f motion consult en tu delft
Sessie f motion consult en tu delftSessie f motion consult en tu delft
Sessie f motion consult en tu delftPraktijkleerstoel
 
Presentatie Over Diagnosemodellen Visie Op Probleem Oplossen 2007
Presentatie Over Diagnosemodellen Visie Op Probleem Oplossen 2007Presentatie Over Diagnosemodellen Visie Op Probleem Oplossen 2007
Presentatie Over Diagnosemodellen Visie Op Probleem Oplossen 2007Sietze Jan Kamstra
 
090409presentatiehansvermaak13plus[1] [Automatisch Opgeslagen]
090409presentatiehansvermaak13plus[1] [Automatisch Opgeslagen]090409presentatiehansvermaak13plus[1] [Automatisch Opgeslagen]
090409presentatiehansvermaak13plus[1] [Automatisch Opgeslagen]jaloul
 

Tendances (6)

Leren Veranderen
Leren VeranderenLeren Veranderen
Leren Veranderen
 
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5
 
Exerpt Boek Complexiteit Hoera Hoofdstuk Human Dynamics
Exerpt Boek Complexiteit Hoera   Hoofdstuk Human DynamicsExerpt Boek Complexiteit Hoera   Hoofdstuk Human Dynamics
Exerpt Boek Complexiteit Hoera Hoofdstuk Human Dynamics
 
Sessie f motion consult en tu delft
Sessie f motion consult en tu delftSessie f motion consult en tu delft
Sessie f motion consult en tu delft
 
Presentatie Over Diagnosemodellen Visie Op Probleem Oplossen 2007
Presentatie Over Diagnosemodellen Visie Op Probleem Oplossen 2007Presentatie Over Diagnosemodellen Visie Op Probleem Oplossen 2007
Presentatie Over Diagnosemodellen Visie Op Probleem Oplossen 2007
 
090409presentatiehansvermaak13plus[1] [Automatisch Opgeslagen]
090409presentatiehansvermaak13plus[1] [Automatisch Opgeslagen]090409presentatiehansvermaak13plus[1] [Automatisch Opgeslagen]
090409presentatiehansvermaak13plus[1] [Automatisch Opgeslagen]
 

Similaire à 130219 edgar schein voor vov pitstop procesadvisering en intergroepsprocessenpdf

Organisaties veranderen niet, mensen veranderen
Organisaties veranderen niet, mensen veranderenOrganisaties veranderen niet, mensen veranderen
Organisaties veranderen niet, mensen veranderenPhilippe Bailleur
 
Dialoog op het werk Nancy M
Dialoog op het werk Nancy MDialoog op het werk Nancy M
Dialoog op het werk Nancy MInnovation OIC
 
Het ontwikkelen van een groeimindset
Het ontwikkelen van een groeimindsetHet ontwikkelen van een groeimindset
Het ontwikkelen van een groeimindsetETION
 
Inleiding in de groepsdynamica
Inleiding in de groepsdynamicaInleiding in de groepsdynamica
Inleiding in de groepsdynamicaJan Jacobs
 
BR_2015-3_een goede coach
BR_2015-3_een goede coachBR_2015-3_een goede coach
BR_2015-3_een goede coachGert Roos
 
Kc 19 les 6
Kc 19 les 6Kc 19 les 6
Kc 19 les 6KC19LODO
 
1. ai100 5 algemene brochure - najaar 2015 (2)
1. ai100 5 algemene brochure - najaar 2015 (2)1. ai100 5 algemene brochure - najaar 2015 (2)
1. ai100 5 algemene brochure - najaar 2015 (2)Loubna Zarrou
 
Motiverend werken met mensen met een eetstoornis
Motiverend werken met mensen met een eetstoornisMotiverend werken met mensen met een eetstoornis
Motiverend werken met mensen met een eetstoornisEls Verheyen
 
Werkgelukdeskundige of opleiding voor gelukscoach
Werkgelukdeskundige of opleiding voor gelukscoachWerkgelukdeskundige of opleiding voor gelukscoach
Werkgelukdeskundige of opleiding voor gelukscoach✔Sheila Neijman
 
Mcm module 3a nl
Mcm   module 3a nlMcm   module 3a nl
Mcm module 3a nlwebsule
 
Zelfsturende teams autonome groepen
Zelfsturende teams autonome groepenZelfsturende teams autonome groepen
Zelfsturende teams autonome groepenguestbc3a1b
 
NLP introduction for Compare Group
NLP introduction for Compare GroupNLP introduction for Compare Group
NLP introduction for Compare Groupguest7d7e81
 
Teamcoaching | Target Point, Guide to Change
Teamcoaching | Target Point, Guide to ChangeTeamcoaching | Target Point, Guide to Change
Teamcoaching | Target Point, Guide to ChangeAngela van de Loo
 
Leidinggeven Aan Teams April 08
Leidinggeven Aan Teams    April 08Leidinggeven Aan Teams    April 08
Leidinggeven Aan Teams April 08Gerritjan van Luin
 
persoonlijke effectiviteit in de installatie branche alg
persoonlijke effectiviteit in de installatie branche algpersoonlijke effectiviteit in de installatie branche alg
persoonlijke effectiviteit in de installatie branche algDe Zwerm Groep
 
De Logica van het Gevoel in organisaties en op straat
De Logica van het Gevoel in organisaties en op straatDe Logica van het Gevoel in organisaties en op straat
De Logica van het Gevoel in organisaties en op straatTonnie Van Der Zouwen
 

Similaire à 130219 edgar schein voor vov pitstop procesadvisering en intergroepsprocessenpdf (20)

Organisaties veranderen niet, mensen veranderen
Organisaties veranderen niet, mensen veranderenOrganisaties veranderen niet, mensen veranderen
Organisaties veranderen niet, mensen veranderen
 
Dialoog op het werk Nancy M
Dialoog op het werk Nancy MDialoog op het werk Nancy M
Dialoog op het werk Nancy M
 
Het ontwikkelen van een groeimindset
Het ontwikkelen van een groeimindsetHet ontwikkelen van een groeimindset
Het ontwikkelen van een groeimindset
 
Evidence Based Consultancy
Evidence Based ConsultancyEvidence Based Consultancy
Evidence Based Consultancy
 
Inleiding in de groepsdynamica
Inleiding in de groepsdynamicaInleiding in de groepsdynamica
Inleiding in de groepsdynamica
 
Effectief leiderschap
Effectief leiderschapEffectief leiderschap
Effectief leiderschap
 
BR_2015-3_een goede coach
BR_2015-3_een goede coachBR_2015-3_een goede coach
BR_2015-3_een goede coach
 
Kc 19 les 6
Kc 19 les 6Kc 19 les 6
Kc 19 les 6
 
1. ai100 5 algemene brochure - najaar 2015 (2)
1. ai100 5 algemene brochure - najaar 2015 (2)1. ai100 5 algemene brochure - najaar 2015 (2)
1. ai100 5 algemene brochure - najaar 2015 (2)
 
Interview werkveld Surplus
Interview werkveld SurplusInterview werkveld Surplus
Interview werkveld Surplus
 
Motiverend werken met mensen met een eetstoornis
Motiverend werken met mensen met een eetstoornisMotiverend werken met mensen met een eetstoornis
Motiverend werken met mensen met een eetstoornis
 
Werkgelukdeskundige of opleiding voor gelukscoach
Werkgelukdeskundige of opleiding voor gelukscoachWerkgelukdeskundige of opleiding voor gelukscoach
Werkgelukdeskundige of opleiding voor gelukscoach
 
Mcm module 3a nl
Mcm   module 3a nlMcm   module 3a nl
Mcm module 3a nl
 
Zelfsturende teams autonome groepen
Zelfsturende teams autonome groepenZelfsturende teams autonome groepen
Zelfsturende teams autonome groepen
 
NLP introduction for Compare Group
NLP introduction for Compare GroupNLP introduction for Compare Group
NLP introduction for Compare Group
 
Teamcoaching | Target Point, Guide to Change
Teamcoaching | Target Point, Guide to ChangeTeamcoaching | Target Point, Guide to Change
Teamcoaching | Target Point, Guide to Change
 
Leidinggeven Aan Teams April 08
Leidinggeven Aan Teams    April 08Leidinggeven Aan Teams    April 08
Leidinggeven Aan Teams April 08
 
Vanaerschot
VanaerschotVanaerschot
Vanaerschot
 
persoonlijke effectiviteit in de installatie branche alg
persoonlijke effectiviteit in de installatie branche algpersoonlijke effectiviteit in de installatie branche alg
persoonlijke effectiviteit in de installatie branche alg
 
De Logica van het Gevoel in organisaties en op straat
De Logica van het Gevoel in organisaties en op straatDe Logica van het Gevoel in organisaties en op straat
De Logica van het Gevoel in organisaties en op straat
 

130219 edgar schein voor vov pitstop procesadvisering en intergroepsprocessenpdf

  • 1. EXPERT ARCHITECT TRAINER MENTOR FACILITATOR Procesadvisering en intergroepsprocessen volgens Edgar Schein, MIT Pascal Van Loo 1
  • 2. 2
  • 3. 3
  • 4. 3 advies benaderingen HELP! EXPERT DOKTER PROCES Geen analyse van Analyse en Facilitatie van de probleem, alleen oplossing verandering oplossing Effect: de gepaste interventie 4 © Pascal Van Loo, pascal@thetrainingtransition.be, te gebruiken mits verwijzing
  • 5. Adviseringsmodellen  Informatieaankoop- of expertisemodel  Arts – patiëntmodel  Procesadviseringsmodel (PA)
  • 6. Expertbenadering  “Telling & selling”  Cliënt (C) koopt informatie of expertise waarover hij zelf niet beschikt van adviseur (A) aan  C stelt probleem zelf vast, heeft duidelijke vraag waarmee A aan de slag moet 6
  • 7. Assumptie 1. Manager (cliënt) weet welke soort informatie of dienstverlening hij zoekt 2. Adviseur kan dit leveren 7
  • 8. Kritisch: Expertbenadering: gewenste resultaat?  Onderkent C eigen behoeften goed?  Heeft C behoeften accuraat aan A overgebracht?  Juiste inschatting door C van vermogen van A om gewenste info of dienst te kunnen leveren?  Bestaat er een externe werkelijkheid die zich leent voor objectief onderzoek en kan die gereduceerd worden tot bruikbare kennis? 8
  • 9.
  • 10. Dokterbenadering  C geeft beschrijving van symptomen maar A moet diagnose stellen en oplossing bedenken  A wordt ingeschakeld om te zien of er in de organisatie gebieden zijn waar het niet goed loopt en die aandacht behoeven. 10
  • 11. Dokterbenadering: moeilijkheden  Veronderstelling dat A in zijn eentje accurate diagnostische informatie kan opdoen  Het als ziek bestempelde organisatieonderdeel kan terughoudend reageren bij verstrekking van informatie die A nodig heeft  C is waarschijnlijk niet bereid om juistheid van diagnose of recept te aanvaarden of begrijpt het niet (o.w.v. gebrek aan participatie)  Diagnoseproces is op zichzelf reeds een interventie met onbekende gevolgen  C is niet altijd in staat om aanbevolen veranderingen te implementeren (cultuur, structuur, beleid) 11
  • 12. Dokterbenadering: gewenste resultaat?  Heeft C juist aangegeven welke persoon, groep of afdeling hulp nodig heeft?  Is C gemotiveerd om juiste info prijs te geven?  Gelooft en aanvaardt C de diagnose en gaat hij akkoord met remedie?  Heeft C de gevolgen van de beslissing een diagnose te laten stellen goed begrepen en aanvaard?  Is C in staat om de aanbevolen veranderingen tot stand te brengen? 12
  • 13.
  • 14. Procesbenadering Procesadvisering als visie op en houding t.o.v. proces van begeleiding personen, groepen, organisaties en gemeenschappen. HULPVRAAG  Centrale veronderstelling: Leer menselijk systeem zichzelf te helpen.
  • 15. Procesadvisering Proces = manier waarop zaken gedaan worden in interactie tussen personen of groepen. HOE?  Kijken naar gedrag, feedback  Samen zoeken naar beleving en betekenis  Helpen bewust worden van waaruit en waartoe de lerende handelt, met andere woorden, helpen expliciteren van zijn onderliggende referentiekaders  En deze mogelijks helpen verbreden, herkaderen
  • 16. Procesadvisering  Uiteindelijke functie: A geeft d.m.v. het creëren van een relatie vaardigheden in diagnosticeren en constructief interveniëren door om C beter in staat te stellen zelf de organisatie te verbeteren.  Consultant als iemand die verandering faciliteert (en zichzelf overbodig maakt) 16
  • 17. Procesadvisering: assumpties  C weet niet wat het probleem in werkelijkheid is en heeft hulp nodig bij het stellen van de diagnose. Maar enkel C is ‘eigenaar’ van het probleem!  C weet vaak niet welke soort hulp A hem kan bieden, moet geholpen worden te ontdekken welke soort hulp hij moet zoeken.  C heeft hulp nodig om te kunnen achterhalen wat er moet verbeterd worden en hoe dit moet gebeuren.  C leert eigen sterke en zwakke kanten te achterhalen en managen.  Alleen C weet wat in organisatie uiteindelijk zal werken. A kan niet voldoende over cultuur te weten komen om betrouwbare aanbevelingen te doen. Remedies moeten samen met C worden uitgewerkt!  C moet leren zelf problemen te onderkennen en zelf remedies te bedenken opdat de implementatie van een oplossing succes kan zijn. A kan wel alternatieven bieden maar beslissing over alternatieven berust bij C! 17
  • 18. 18
  • 19. 19
  • 21. Hoe kan de procesbegeleider leren over inter groepsprocessen?  1. Leden van groepen interviewen over gevoelens t.o.v andere groep en bevragen hoe ze die gevoelens in gedrag omzetten  2. Observatie van meetings of situaties waar leden van beide groepen aanwezig zijn en kijken naar mate van open communicatie, coöperatie,…  3. Proberen om theorie te maken over wat zou moeten gebeuren tussen groepen en theorie nagaan door observatie in specifieke situaties. Proberen om incident te vinden dat tegen theorie ingaat en dit observeren of bevragen wat gebeurt  4. Instellen van intergroepsoefening: verkennen van discrepanties in percepties en reductie van competitiviteit
  • 22. Instellen van een inter groepsoefening (Blake) Stap 1: elke groep beschrijft elk afzonderlijk beeld over eigen en over andere groep 22
  • 23. Instellen van inter groepsoefening (Blake) Stap 2: vertegenwoordigers wisselen beelden met elkaar uit 23
  • 24. Instellen van inter groepsoefening (Blake) Stap 3: welk gedrag kan tot beeld van andere groep bijgedragen hebben? 24
  • 25. Instellen van inter groepsoefening (Blake) Stap 4: gedragsmatige hypotheses met elkaar delen en openlijk bespreken 25
  • 26. Instellen van inter groepsoefening (Blake) Stap 5: samen plan opstellen om kloof te reduceren 26
  • 27. Wat gebeurt er binnen elke groep?  Groep wordt hechter, grotere loyaliteit, minder afstand tussen leden onderling en minimaliseren van interne verschillen  Groepsklimaat verschuift van informeel en speels naar werk- en taakgericht. Minder begaan met psychologische behoeften van leden, nadruk op vervullen van taken.  Leiderschapspatronen verschuiven van meer democratisch naar meer autocratisch. Groep zal dit ook makkelijker tolereren.  Meer structuur en organisatie binnen de groep  Er wordt meer loyaliteit en conformiteit gevraagd van de leden zodat men een stevig front vormt
  • 28. Wat gebeurt er tussen de competitieve groepen? Inter groepsprocessen.  Andere groep als vijand beschouwen i.p.v. als neutraal object  Perceptuele distorsies: enerzijds zal elke groep enkel het beste van zichzelf waarnemen en eigen zwaktes ontkennen. Anderzijds zal men enkel het slechtste van de andere groep zien en hun sterktes ontkennen. Ontwikkeling van negatief stereotype van de andere groep.  Toename in vijandigheid t.o.v. andere groep enerzijds en afname van interactie en communicatie met andere groep anderzijds. Negatieve stereotypes worden in stand gehouden, perceptuele distorsies kunnen moeilijker gecorrigeerd worden.  Wanneer groepen tot interactie gedwongen worden, zal elke groep geneigd zijn om meer naar eigen vertegenwoordigers te luisteren en niet naar die van andere groep behalve voor het achterhalen van fouten.
  • 29. Wat gebeurt er bij de winnaar?  Behoud cohesie, soms zelfs toename  ‘Fat and happy state’: minder spanning, minder vechtlust, meer zelfvoldaan, speels,…  Geneigd tot intragroep coöperatie en aandacht voor noden van leden, minder werk- en taakgericht.  Gevoel dat positief stereotype van eigen groep en negatief stereotype van ‘vijand’ bevestigd werden. Weinig basis voor herbekijken van percepties of van groepsactiviteiten met oog op deze te verbeteren.
  • 30. Wat gebeurt er bij de verliezer?  Wanneer enige ambiguïteit rond beslissing: neiging om de realiteit van het verlies te ontkennen of te vertekenen. Zoeken naar verantwoording.  Wanneer verlies aanvaard wordt: uit elkaar vallen van groep, naar oppervlakte komen van onopgeloste conflicten, …  ‘Lean and hungry state’: meer spanning, harder werken, hopeloos op zoek naar iets of iemand om schuld te geven  Minder coöperatie binnen groep, minder aandacht voor noden van leden, verlies terugverdienen door harder te werken.  Positief stereotype van zichzelf en negatief stereotype over ander worden omvergegooid. Hierdoor wordt men gedwongen tot het herbekijken van percepties. Gevolg: reorganisatie, meer cohesie en effectief eens het verlies geaccepteerd is.
  • 31. Voorkomen is beter dan genezen  Procesbegeleider moet trachten om relevante gegevens onder de aandacht van de manager te brengen zodat deze zelf kan zien dat motivatiesysteem valkuilen bevat.
  • 32. Referenties  Bouwen, R. (1984). Een overzichtschema van interventies in groepen. Leren en leven met groepen, 20. 1307-1 – 1307-18  Schein, E. (1969). Intergroup processes. In: Schein, Process Consultation. Addison Wesley, p. 70 – 75.  Schein, E. (2005). Proces advisering (Drs. Th. Tromp, vert.). Den Haag: Academic Service (oorspronkelijk werk gepubliceerd in 2000). 32