4. Bedrijfsman
Beschrijving De Bedrijfsman is de praktische figuur en organisator van
het team. Nuchter, ordelijk en taakgericht als hij is, weet u
zich verzekerd van een harde werker. Hij zet gemakkelijk
plannen en ideeën om in uitvoerbare taken. De Bedrijfsman
is soms wat al te praktisch en behoudend als het directe nut
van iets nieuws niet meteen duidelijk is.
Kenmerken Gestructureerde aanpak, harde werker, nuchter, realistisch
en vakkundig, ziet wat haalbaar is en wat niet.
Gedijt bij Duidelijke afspraken, heldere instructies, ritme en regelmaat.
Bijdrage Praktische organisator, zet ideeën om in taken en
aan team bezigheden, goede uitvoerder, werkt systematisch.
Valkuilen Te snel overgaan op doen, star zijn, vernieuwingen te snel
afdoen als onnuttig.
5. Brononderzoeker
Beschrijving De Brononderzoeker is de vrolijke, extraverte netwerker van
het team. Enthousiast, avontuurlijk en ruimdenkend en
altijd op zoek naar nieuwe ideeën en interessante
contacten. Hij is van nature goed in het leggen en
onderhouden van contacten, maar ook wel eens snel
verveeld en nonchalant als het nieuwe er af is.
Kenmerken Extravert, communicatief, speels, enthousiast, natuurlijke
brainstormer, joviaal en nieuwsgierig.
Gedijt bij Vernieuwing, mensen en contacten, avontuur, drukte en
afwisseling.
Bijdrage Netwerker met veel contacten, brengt ideeën en nieuwe
aan team dingen, ziet kansen, improviseert.
Valkuilen Te snel afgeleid zijn, niks afmaken, overenthousiast en
nonchalant.
6. Plant
Beschrijving De Plant is de creatieve denker van het team, introvert en
origineel. Een vrije geest die de ruimte zoekt om te kunnen
fantaseren over de toekomst en die met verrassende
oplossingen komt. Hij kan verstrooid lijken, is niet altijd
even praktisch en mist soms de aansluiting met wat de
omgeving van hem vraagt.
Kenmerken Introverte denker, dagdromer en filosoof, solistisch.
Gedijt bij Intellectuele uitdaging, rust en
ruimte, creativiteit, erkenning.
Bijdrage Is creatief, vernieuwt en lost moeilijke problemen op.
aan team
Valkuilen Te onrealistisch zijn, blijven denken en niet gaan doen.
7. Monitor
Beschrijving De Monitor is verstandig, bedachtzaam en kritisch. De
analyticus van het team. Hij wil altijd weten hoe de vork in
de steel zit en zal niet over één nacht ijs gaan. De Monitor
kan lang wikken en wegen, maar zijn oordeel is zelden
onjuist.
Kenmerken Bedachtzame na en doordenker, analyseert graag en
goed, stelt vragen, zoekt de logische redenering.
Gedijt bij Inzicht en overzicht, doorgronden van dingen.
Bijdrage Helikoptervisie, analyseert
aan team weloverwogen, strategisch, creëert overzicht.
Valkuilen Te lang blijven doorredeneren, te koel en afstandelijk zijn.
8. Vormer
Beschrijving De Vormer is gedreven, gepassioneerd en wilskrachtig. Hij
heeft een sterke drang om te presteren, zoekt de uitdaging
en weet mensen in beweging te krijgen. Hij kan ook driftig
reageren, snel geëmotioneerd en ongedurig zijn, en moet
wel eens oppassen niet te veel over mensen heen te willen
daveren.
Kenmerken Gedreven, wilskrachtig, prestatiegericht, ondernemer, pionie
r, moedig, stellig, vlot, ongeduldig.
Gedijt bij Spanning, prikkels, competitie, duel, duidelijkheid, resultate
n en winnen.
Bijdrage Brengt team in beweging, zorgt voor resultaten, gaat
aan team gemakkelijk conflicten aan.
Valkuilen Onverdraagzaam tegen
‘ambitielozen’, wedijveren, platwalsen van anderen.
9. Voorzitter
Beschrijving De Voorzitter is de natuurlijke coördinator van het team, die
de procedure aangeeft, bedoelingen verheldert en samenvat
wat iedereen wil. Hij hoeft zelf niet bijzonder creatief of
intelligent te zijn, maar heeft wel een neus voor het talent
van anderen. De Voorzitter zet graag anderen aan het werk
en kan van nature goed delegeren.
Kenmerken Natuurlijke
coördinator, rustig, tolerant, positief, ruimdenkend, nieuwsgi
erig.
Gedijt bij Gezamenlijkheid, procedures, gezamenlijk gedragen
resultaten.
Bijdrage Verheldert doelen, structureert overleg, creëert
aan team gezamenlijkheid, neemt (harde) besluiten, is doelgericht.
Valkuilen Licht manipulatief om doel te behalen, te veel en te
gemakkelijk delegeren.
10. Zorgdrager
Beschrijving De Zorgdrager bezit het talent om voortdurend aan te
voelen wat er fout en mis kan gaan. Dit leidt tot veel
aandacht voor details, checken en nog eens checken, en een
hang naar perfectionisme. Hij bewaakt de kwaliteit en de
veiligheid, maar kan wel eens overbezorgd zijn en moeilijk
iets aan een ander overlaten.
Kenmerken Consciëntieus, perfectionistisch, gericht op details, innerlijk
gespannen, (over)bezorgd, nauwkeurig.
Gedijt bij Veiligheid, kwaliteit, details, zekerheid.
Bijdrage Levert dingen op tijd af, voorziet
aan team problemen, kwaliteitsbewaker, controlerend, goede
risicoanalist.
Valkuilen Te veel hindernissen op de weg zien, moeite met
delegeren, ontmoedigen door te veel zorgen.
11. Groepswerker
Beschrijving De Groepswerker is het meest gevoelige lid van het team:
behulpzaam, meegaand en sterk gericht op het creëren van
sfeer en een gevoel van saamhorigheid. De Groepswerker
zoekt evenwicht en harmonie, is anderen nabij, maar heeft
moeite met conflicten en kan in kritieke momenten moeilijk
een beslissing nemen.
Kenmerken Sociaal, mensgericht, mild, diplomatiek, meegaand, humoris
tisch, gevoelig.
Gedijt bij Gezamenlijkheid, verbondenheid, verdieping van
persoonlijke relaties, gezelligheid.
Bijdrage Sociaal begaan en gevoelig, zorgt voor het wij-
aan team gevoel, smeerolie van het team.
Valkuilen Conflicten uit de weg gaan, spanningen
wegpraten, weglopen voor confrontaties.
12. Specialist
Beschrijving De Specialist is de stille eenling, die zich in een team
eigenlijk niet thuis voelt. Hij weet vaak heel veel van heel
weinig en kan een deskundige bijdrage leveren op een
bijzonder gebied. Hij waagt zich niet gauw en niet graag
buiten zijn specifieke vakgebied.
Kenmerken Toegewijde vakman, stille en standvastige solist.
Gedijt bij Alle ruimte om zijn inhoudelijke kennis in te brengen.
Bijdrage Technische vaardigheid en gespecialiseerde kennis.
aan team
Valkuilen Defensief gedrag, prat gaan op expertise, frustreert
creativiteit.
13. Rollen detecteren
Aan de hand van 7 vragen met elk 9 keuzemogelijkheden wordt bepaald
welke teamrollen je het meest liggen en welke je helemaal niet liggen.
Verdeel voor elke vraag 12 punten
over de verschillende
keuzemogelijkheden.
14. Vraag 1
1. Ik houd van mijn werk, omdat:
ik ervan houd om situaties te analyseren en zoveel mogelijk
A
keuzemogelijkheden af te wegen
ik geïnteresseerd ben in het vinden van praktische oplossingen -
B
oplossingen die echt werken.
ik ervan houd het gevoel te hebben, dat ik goede samenwerkingsrelaties
C
kweek.
D ik een sterke invloed uitoefen (en wil uitoefenen) op de besluitvorming.
ik dan allerlei mensen kan ontmoeten die iets interessants te bieden
E
hebben
ik ervan houd mensen tot overeenstemming te brengen over bepaalde te
F
ondernemen stappen.
ik me in mijn element voel, als ik me met volle aandacht kan wijden aan
G
mijn taak.
H ik graag terreinen vind die mijn verbeeldingskracht prikkelen.
I ik mijn kennis dan kan gebruiken.
15. Vraag 2
2. Kenmerkend voor mijn benadering van het werken in een groep
is:
A dat ik het (in stilte) interessant vind mijn collega's beter te leren kennen.
dat ik niet bang ben de opvattingen van anderen te bestrijden of een
B
minderheidsstandpunt te verdedigen.
ik meestal wel de argumenten vind om onjuiste voorstellen van tafel te
C
krijgen.
dat ik meen, dat ik het vermogen bezit om plannen, die in de praktijk
D
moeten worden gebracht, in werking te zetten.
dat ik het vermogen bezit het voor de hand liggende uit de weg te gaan en
E
met onverwachte dingen op de proppen te komen.
F dat ik aanstuur op een beetje perfectionisme bij elke groepsopdracht.
G een uitermate toegewijde houding.
H dat ik ervan houd om nuttige contacten te leggen buiten de eigen groep.
dat ik, hoewel ik wel geïnteresseerd ben in alle meningen, zonder aarzelen
I vaststel wat er gebeuren moet als er een beslissing moet worden
genomen.
16. Vraag 3
3. Wanneer ik eenmaal betrokken ben in een project, samen met
anderen:
lukt het me mensen in een richting te sturen, zonder hen onder druk te
A
zetten.
is het mijn waakzaamheid die ons ervoor behoedt onzorgvuldigheden te
B
begaan en zaken over het hoofd te zien.
stuur ik op daden aan, om er zeker van te zijn, dat er in de vergadering
C
geen tijd verloren gaat of dat hoofdzaken uit het oog worden verloren.
ben ik degene die inhoudelijke kennis aandraagt en zelfstandig initiatieven
D
neemt.
E kan men er van op aan dat ik iets origineels bedenk.
ben ik altijd bereid een goed idee te ondersteunen, als dat in het belang
F
van het team is.
G ben ik altijd uit op nieuwe ideeën en ontwikkelingen.
geloof ik dat mijn beoordelingsvermogen een belangrijke bijdrage levert
H
om tot de juiste beslissingen te komen.
I kan men er van op aan, dat alle belangrijke zaken ook uitgevoerd worden.
17. Vraag 4
4. Wat ik meen bij te dragen aan een team, is dat
ik denk, dat ik vaak nieuwe mogelijkheden weet te ontdekken en daarvan
A
gebruik kan maken.
B ik goed overweg kan met een breed scala van mensen.
C ik mijn eigen specialisme inzet.
D ik vele ideeën opwerp
dat ik scherp weet te signaleren wanneer iemand iets waardevols kan
E
bijdragen tot de doelstellingen van het team.
ik help zaken af te ronden - waarschijnlijk omdat mijn persoonlijke
F
efficiëntie groot is.
ik bereid ben impopulair te zijn (voor een tijdje) als dat leidt tot resultaten
G
die uiteindelijk de moeite waard zijn.
H ik meestal goed in de gaten heb wat haalbaar is en realistisch
ik redenen kan aanwijzen voor alternatieve handelswijzen, zonder daarbij
I
mijn objectiviteit te verliezen
18. Vraag 5
5. Tekortkomingen, die ik mogelijk heb, bij het werken in teams:
Ik voel me alleen maar op mijn gemak als bijeenkomsten goed
A gestructureerd en onder controle zijn en op een goed geleide manier
verlopen
Ik geef soms te snel toe aan anderen, waarvan ik meen dat ze een goed
B
gezichtspunt hebben, zonder dat het voldoende is doorgesproken
C Ik heb de neiging teveel te praten als ik op nieuwe ideeën stuit.
Mijn objectiviteit maakt het me moeilijk vlot en enthousiast met anderen
D
mee te gaan.
Ik word soms als drammerig en autoritair beschouwd als er iets gebeuren
E
moet
Ik vind het moeilijk om vanaf het begin voorop te lopen, misschien omdat
F
ik wat overgevoelig ben voor de sfeer in de groep.
G Ik verlies me nogal eens in (technische) details
Ik ga gemakkelijk op ideeën in die bij mij zijn opgekomen en daardoor
H
verlies ik contact met dingen die gaande zijn.
Ik maak me onnodig druk over details en over de kansen dat dingen wel
I
eens mis kunnen gaan.
19. Vraag 6
6. Als mij plotseling een moeilijke opdracht wordt toegespeeld,
met een beperkte tijd en met onbekende mensen:
zou ik mij het liefst in een hoekje terugtrekken om iets te bedenken om uit
A
de impasse te raken, voordat ik met iets op de proppen kom.
zou ik meteen diegenen opzoeken om mee samen te werken, die zich het
B
meest positief opstellen.
zou ik onmiddellijk een manier zoeken om de omvang van de taak te
C verkleinen, door vast te stellen welke personen het best een bijdrage
kunnen leveren.
D zou mijn gevoel voor wat dringend is en wat niet, er wel voor zorgen dat
geloof ik, dat ik kalm zou blijven en mijn vermogen om objectief te denken
E
bewaar.
zou ik - ondanks de druk - op een geleidelijke manier naar het doel toe
F
werken.
zou ik de leiding wel op mij willen nemen, als ik merk dat de groep geen
G
vooruitgang boekt.
zou ik onmiddellijk discussies aangaan om nieuwe denkwijzen te
H
stimuleren en het een en ander op gang te brengen.
I trek ik dat gene naar met toe dat in het verlengde van mijn werkveld ligt.
20. Vraag 7
7. Problemen waarmee ik te kampen heb, als ik in een groep werk
zijn:
A dat ik het overzicht verlies
dat ik vaak ongeduldig ben ten opzicht van hen, die de voortgang in de
B
weg staan.
dat anderen mij bekritiseren omdat ik te analytisch ben en te weinig
C
intuïtief.
dat mijn bezorgdheid, dat de dingen goed gebeuren, ertoe leidt dat de
D
voortgang wel eens belemmerd wordt.
dat ik mij gauw verveel en door enkele dingen die mij prikkelen, weer op
E
gang gebracht moet worden.
dat ik het moeilijk vind op gang te komen als de doelstellingen niet
F
duidelijk geformuleerd zijn.
dat ik soms niet zo sterk ben in het verhelderen van de ingewikkeldheden
G
die me door het hoofd spelen.
dat ik er steeds op uit ben aan anderen dingen te vragen, die ik zelf niet
H
kan.
dat ik vaak aarzel mijn gedachten te berde te brengen, als ik daarmee veel
I
oppositie oproep.
21. Coderingstabel
Voor elke vraag vind je hier welke keuze bij welke rol hoort
vraag VZ VM PL MO BM BO GW ZD SP
1 F D H A B E C G I
2 I B E C D H A F G
3 A C E H I G F B D
4 E G D I H A B F C
5 B E H D A C F I G
6 H G A E F C B D I
7 H B G C F E I D A