Leeggoed is een collectief woonproject in Brussel dat mensen met een diverse achtergrond verbindt. Samen strijden de bewoners om hun recht op wonen te realiseren. Het gemeenschappelijk woonproject vergt een continu en wederzijds engagement. Daarbij creëren bewoners en vormingswerkers openheid voor diversiteit én gelijkwaardigheid.
2. Hoe komt een
gemeenschap tot
stand in een groep
mensen die
behalve een
woonproblematiek
weinig met elkaar
gemeen hebben?
En hoe zien we dit
terug in individuele
leerprocessen?
4. “La solidarité se partage justement parce que
on est différent. Un, il peut rapporter quelque
chose. L’autre, il peut rapporter autre chose.
Je pense que c’est peut-être ça qui fait qu’on
peut se rapporter quelque chose. Si on est
tous les mêmes, qu’est-ce qu’on va
rapporter?”
Verbinding “Une partie du groupe, le noyau, s’est
rencontrée au moment où on a squatté,
on s’est fait expulsé, on était indigné, on
s’est battu par rapport à ça et on a
avancé. Après, on était validé par nos
victoires et donc on s’est vraiment soudé
à ce moment-là.”
Sociale
gemeenschap
5. “Ce qui n’a pas marché dans le projet,
c’est le partage des tâches, des travaux.
J’ai senti vraiment des gens qui essayaient
de jouer… J’ai vu des gens qui faisaient
rien du tout et le jour où le projet était
prêt, ils se montraient avec des grandes
gueules mais ils n’ont pas investi quoi.”
Verdeeldheid
“Dans les réunions, on est attentive à dire aux gens
qui n’ont pas connu la période de la lutte et des
négociations, qui sont venus plus tard, de dire
‘maintenant on te demande de prendre en mains
l’histoire du projet’.
On a demandé à deux filles qui étaient moins dans le
projet, on avait peur qu’il y avait un problème
d’implication, on leur a demandé d’écrire et de
symboliser l’historique du projet. Alors elles ont
appris par rapport à ça et elles s’expriment par
rapport à ça.”
Rationele
gemeenschap
7. Sociale gemeenschap: schept orde en voorspelbaarheid
Rationele gemeenschap: geeft richting aan wat mensen (moeten) doen
Politieke gemeenschap: gekenmerkt door conflict/tegenstrijd/macht
Het creëren van mogelijkheden voor diversiteit én gelijkheid
8. En welke neerslag
heeft dit op
individuele
leerprocessen?
• Kwalificatie
• Socialisatie
• Subjectivering
9. “Face à la réalité qu’on rencontre de l’autre personne, on apprend. Tout le monde
avance dans l’esprit de solidarité. Je peux juger tel ou tel parce qu’il vit dans un
assistanat mais quand je prends le temps d’entendre son parcours de vie, je comprends
mieux comment il est arrivé là .”
“J’ai eu plus de chance dans la vie, une éducation qui correspond aux demandes d’ici,
une expérience professionnelle, je suis francophone… Mais dans la diversité, il faut doser
un peu, sinon tu deviens le chef et ça c’est pas cool. Il faut laisser la place aux autres.”
« En plus, il faut trouver ce qu’il y a à apporter et c’est pas forcément des capacités de
gestion ou des capacités de faire des travaux qu’il faut. On a vu que la valeur de temps
est très important. Moi, je bosse, j’ai des enfants, je suis pas souvent là. Si on avait
monté ce projet avec des gens comme moi, on n’aurait pas fini les travaux… Fin, il y en a
beaucoup, des compétences qui sont pas validés dans notre société.”
Socialisatie in de diverse Leeggoedgroep maakt
subjectivering mogelijk
10. De Leeggoedgemeenschap veronderstelt socialisatie om er deel van uit te maken. Het
afbakenen van waarden en normen waar dit mee gepaard gaat, kan een orde in het leven
roepen waarin posities, rollen en belanghebbende stemmen strikt worden omschreven en
waarbij dus wordt afgelijnd wie al dan niet deel uitmaakt van de gemeenschap.
Maar net door diversiteit als radicaal uitgangspunt te nemen, wordt gepoogd het risico op
uitsluiting te doorbreken. Personen met diverse achtergronden, levensverhalen,
eigenschappen, competenties en vaardigheden worden in dit project betrokken, leren elkaar
kennen en dagen elkaar uit.
De belangrijkste leerprocessen met betrekking tot solidariteit in diversiteit zijn dan ook
subjectiveringsprocessen waarin men eigen posities en veronderstellingen, maar ook posities
en veronderstellingen waarbinnen anderen gewoonlijk geplaatst worden, uitdaagt.
De ontmoeting en confrontatie met mensen met een andere achtergrond vormen de
voedingsbodem voor deze leerprocessen.
De nadruk op gelijkwaardigheid en participatie (professionals) versterkt de mogelijkheid om
je af te zetten ten opzichte van de normen die zich rond het samen wonen ontwikkelen
Notes de l'éditeur
De erg brede definitie die DieGem hanteert om solidariteit te beschrijven is ‘de bereidheid om te delen vanuit een gevoel van lotsverbondenheid’. In onze presentatie willen we het hebben over de verbondenheid onderliggend aan solidariteit. Solidaire woonprojecten zetten immers sterk in op processen van gemeenschapsvorming.
In het algemeen wordt gemeenschap omschreven als een groep mensen die iets met elkaar gemeen hebben. Vaak wordt dan verwezen naar een gedeelde geschiedenis, afkomst, of een gedeelde kijk op de wereld.
Hier hebben we onderzocht wat gemeenschapsvorming inhoudt in een woonproject waarbinnen er geen gedeeld verleden of gedeelde culturele kaders zijn
En welke leerprocessen dit veronderstelt, leerprocessen die betrekking hebben om het omgaan met verschillen in het hier en nu.
Leeggoed in het kort:
Partners: SOB, Pigment, JES, Chez nous
Eigenaar : Elsense haard
7 appartementen met een conventie van tijdelijke bezetting
15 bewoners
2011: Louizalaan:
Groep van werkers, studenten, daklozen en sans-papiers
Eerst kraken dan onderhandelen
Na Louiza evaluatie met bewoners: expliciete keuze voor participatie
samenstelling van een nieuwe groep
Eerst onderhandelen dan kraken
Zoektocht naar panden, opstellen van leefregels, groepsdynamische activiteiten, onderhandelen eigenaars
Winter 2012: Kraken van publieke woningen, wegens geen andere optie meer
Uitzetting maar toch onderhandelen door betrekking media en kabinet en Fébul
Lang proces van onderhandelen….maaaaaaanden!
Uiteindelijk afsluiten van conventie voor 4 appartementen in juni 2013
Start renovaties, duren veel langer dan verwacht
Officiële bewoning maart 2014
Start nieuwe onderhandelingen mei 2014
Tekenen conventie december 2014 voor 3 nieuwe appartementen
Groep uitgebreid met nieuwe bewoners – geen makkelijke opdracht, integratie zonder bewoning verloopt stroef
Start renovaties februari 2015 – bewoning?
Daarnaast: Uitbouw netwerk en oprichting platform tijdelijke bezettingen
Expliciete keuze om zelf huisvesting te creëren
Toegang tot huisvesting voor doelpubliek steeds moeilijker: enerzijds signaal geven + concreet huisvesting organiseren
Expliciet keuze voor diversiteit
Sociale mix zou ervoor zorgen dat sterkeren zwakkeren konden ondersteunen (niet helemaal het geval), maar ook dat project leefbaar bleef qua veiligheid en financiën.
Expliciete keuze voor participatie
In een tweede fase. Mede-eigenaarschap zou verantwoordelijkheid verhogen + gasten individueel en collectief versterken. Evolutie naar autonome groep
Experimenteel project: Werkers moeten zichzelf en hun keuzes voortdurend in vraag stellen en zich aanpassen aan nieuwe situatie en problemen. Rol van begeleiders is aan onderhandeling onderhevig. Is ook niet evident voor bewoners
Een gedeeld gevoel van uitsluiting met betrekking tot de publieke en private huurmarkt
Ten eerste en zeker op het begin via een gedeeld gevoel van onrecht en uitsluiting met betrekking tot de organisatie van de publieke en private huurmarkt. Bewoners ondervonden aan de lijve dat er geen plaats is voor hen op de publieke huurmarkt en dat de prijzen van de private huurmarkt zo hoog liggen dat deze onbetaalbaar zijn of een te groot deel van hun budget opslorpen. Men wou samen deze situatie aanklagen maar vindt tegelijk dat het hoog tijd is om alternatieve huisvesting te creëren. Een sterke vorm van solidariteit binnen de diverse groep kwam tot stand tijdens de periode voorafgaand aan het verkrijgen van de woningen: de zoektocht, de kraak, de uitzetting en de onderhandelingen.
Verschillende mogelijkheden om bij te dragen aan het project, om elkaar te ondersteunen
Van bij het begin streefde Leeggoed naar diversiteit omdat ze diversiteit begreep als complementariteit. Men ging actief op zoek naar een diverse bewonersgroep vanuit de idee dat bewoners met verschillende competenties, hulpbronnen, netwerken, tijd en financiële middelen elkaar kunnen ondersteunen. Men ontdekte dat er verschillende mogelijkheden zijn om bij te dragen aan het project en het solidair samenleven. Zo beschikt een bewoner over de nodige mondelinge vaardigheden om te onderhandelen met de Elsense Haard, een andere bewoner heeft tijd en voldoende doorzettingsvermogen om de renovatiewerken te trekken, nog een andere bewoner weet waar ze tweedehandskledij kan vinden en deelt dit met medebewoners. Op die manier wordt solidariteit gekaderd als uitkomst van diversiteit.
Dus men zocht de verbinding net in het kunnen aanvullen van elkaar.
Familiariteit die tot stand komt via informele ontmoeting, samenwonen
Het is opvallend dat tijdens mijn interviews bewoners termen uit de familiale- en gezinssfeer gebruikten om hun verhouding ten opzichte van medebewoners te definiëren. Ze geven aan in een soort kleine familie te leven, men is met elkaar begaan. Zeker voor bewoners met een kwetsbaarder profiel is dit van belang. De inbedding in een groep beidt hen een gevoel van veiligheid in nabijheid, een gevoel dat ze er niet alleen voor staan, dat er iemand een oogje in het zeil houdt en op de hoogte is van hun situatie en de eventuele moeilijkheden waar ze mee te kampen hebben.
Voorbeeld van een bewoner zonder wettig verblijf die werd opgepakt en naar een gesloten centrum werd overgebracht. Gevoel alsof er iemand gestorven was binnen de bewonersgroep. Uiteindelijk vrij gekregen: groot feest en grote betrokkenheid. + Elke bewoner heeft 5 euro bijgelegd om Jaman zijn huur te betalen zonder discussie
Deze familiariteit komt tot stand via ontmoetingsmogelijkheden die voor een stuk door de organisaties werden gestimuleerd, zeker in aanloop van het project (nog voor er woningen waren werd de groep samengebracht en leerde elkaar kennen, activiteiten waarbij men elkaar leerde kennen maar ook activiteiten die aanzetten tot nadenken over toekomstig samenwonen bvb opstellen charter). Maar ook informele ontmoeting in dagelijkse woonomgeving speelt een belangrijke rol. Men leert elkaar gaandeweg kennen
Deze verbinding op verschillende niveaus leidt tot wat wij benoemen als het vormgeven van een sociale gemeenschap. Leeggoed wordt een gedeelde praktijk en een ruimte waarbinnen wederzijds engagement en samenwerking tot stand kunnen komen, en waar een diversiteit aan mensen zich gezamenlijk mee kan identificeren
Veronderstelde betrokkenheid bij project.
De strijd voor het recht op wonen blijkt ook iets te zijn dat de groep verdeelt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen degene die de strijd meemaakten en degene die dit niet meemaakten. Slechts enkele van de huidige bewoners doorliepen het volledige traject van zoektocht over onderhandelingen tot verkrijgen en renoveren van de woningen. De huidige inbreng van bewoners in het project wordt soms afgewogen ten opzichte van hun deelname in dit traject.
Citaat: personen die recenter aansloten bij het project krijgen de opdracht om op een opendeurdag de geschiedenis van het project te schetsen opdat ze meer voeling zouden ontwikkelen met de geleverde strijd.
Mate van inzet in project.
Voor Leeggoed staat participeren gelijk aan ‘bijdragen aan het collectief en solidair project’. Er staat echter niet vast wat deze bijdrage precies moet inhouden. Sommige bijdrages zijn heel zichtbaar zoals de maandelijkse financiële tegemoetkoming en de inzet tijdens de renovatiewerken. Op basis hiervan is het ook makkelijk om mensen af te rekenen: ben je voldoende aanwezig op bewonersvergaderingen, help je met de renovatie, enzovoort. Voornamelijk tijdens de periode van de renovatiewerken kwamen dergelijke conflicten naar boven. Er was wel wat technische ondersteuning maar het collectief moest vooral rekenen op eigen tijd, middelen en talenten. De werken bleken veel langer te duren dan gepland en er was te weinig kennis en middelen voorhanden. Daarenboven was de nood aan een woonplaats niet voor alle deelnemers even groot. Dit leidde tot felle discussies betreffende inzet en taakverdeling.
Dit leidt tot de ontwikkeling van een rationele gemeenschap. Er ontwikkelen zich normen, waarden en verwachtingen ontwikkelen ten opzichte van elkaar.
Normen die je je moet eigen maken om deel te kunnen zijn van de gemeenschap. De eerste persoon heeft het zelfs letterlijk over ‘ze moeten zich op een bepaalde manier leren uitdrukken om echt lid te zijn van de groep’.
Dit normerende gebaseerd op een soort gedeelde visie, gedeeld discours dreigt al vlug een onderscheid te creëren tussen wat ingesloten, goed en gedeeld is en wat uitgesloten, niet gewenst en anders is. Mensen die afwijken moeten zich aanpassen, of worden uitgesloten
In discussie stellen van uitsluitingsmechanismen
Normen in vraag stellen als ze zich ontwikkelen als uitsluitingsmechanismes
Voorbeeld van persoon die dreigt uitgesloten te worden obv zijn gedrag en veronderstelling dat hij enkel een woonplaats zoekt en weinig affiniteit lijkt te ontwikkelen met de groep. Tussenkomst professionals: misschien zal het krijgen van een woonplaats hem wat rustiger maken, het voor hem mogelijk maken om uit te reiken naar anderen en toch solidair te zijn…
Continu onderhandelen over bijdrages. Sommige bijdrages zijn moeilijker in taken te gieten of in woorden te vatten. Professionals nemen een belangrijke rol op door ook deze expliciet te maken. Onzichtbare taken: iemand die de buren helpt verhuizen, mensen die uithuilen bij elkaar (maar ‘de groep’ ziet dit niet), iemand die de haag scheert (maar niemand weet achteraf wie dit gedaan heeft). Professionals breng dit in in de groep als iemand dreigt uitgesloten te worden omdat hij of zij ‘te weinig participeert’ maar heb je eigenlijk wel zicht op wat deze persoon al dan niet doet? Op wat baseer je je door te zeggen dat deze persoon niet bijdraagt?
Door het creëren van mogelijkheden om ieders bijdrage te waarderen en te valideren, doorbreekt het project evidenties over wat waardevol is.
Voorbeeld: waarom is moeder zijn en zorg dragen minder waardevol dan een boiler kunnen installeren?
Zo komt ook een politieke gemeenschap tot stand.
Een project als Leeggoed biedt immers de kans om een aantal evidenties te doorbreken over wie en wat telt in de samenleving.
Gelijkheid is hier een belangrijke drijfveer
Voorbeeld twee personen zonder wettig verblijf die in het project inwoonden (met hun vriendinnen) maar nog geen officieel statuut als bewoner hadden, toen zijn de organisaties tussengekomen om te zeggen van ‘kijk, hier kunnen we niet mee akkoord gaan, die moeten een statuut krijgen zoals de rest, als je ze geen rechten geeft dan reproduceer je eigenlijk de bredere samenleving die hen ook geen rechten geeft’.
Interessant is de wisselwerking die je hebt, een project als leeggoed geeft mensen voor een stuk terug een plaats, integreert hen.
Maar tegelijk is de vormgeving van het project onderwerp van voortdurende discussie, er moeten keuzes worden gemaakt, in deze keuzes speelt macht altijd een rol
In zo’n politieke gemeenschap gaat het niet om het ‘insluiten’ van de uitgesloten mensen in de dominante rationele gemeenschap, maar eerder om het creëren van mogelijkheden waar deze personen op hun eigen manier hun bekommernissen, hun zorgen en verwachtingen kunnen articuleren, of naar buiten kunnen brengen wat hen knelt en bevreemdt. En dit vergt dus ook een continue professionele zoektocht om op te komen voor gelijkheid binnen de diversiteit.
In projecten waar solidariteit in diversiteit wordt gestimuleerd zien we verschillende leerprocessen op individueel niveau:
Kwalificerende leerprocessen houden in dat mensen nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes verwerven die hen kwalificeren om deel te kunnen nemen aan bepaalde activiteiten bvb het leren van taal.
Bij socialiserende leerprocessen leren mensen deel te worden van bestaande socio-culturele, politieke of morele ordes. Het gaat om deel worden van bestaande tradities en praktijken.
Subjectiverende leerprocessen zou je eigenlijk ook kunnen benoemen als emanciperende leerprocessen. Omdat ze gaan over het in vraag stellen van de positie of plaats die je door de bredere maatschappij krijgt toebedeeld. Het gaat om het ontregelen van posities van waaruit je gewoonlijk spreekt of niet spreekt, of van waaruit je geacht wordt te spreken of net niet te spreken.
In contexten van solidariteit in diversiteit zijn dit heel interessante leerprocessen omdat ze ook betrekking hebben op anderen. Het gaat dan niet meer enkel over het in vraag stellen van de positie waarin jij geplaatst wordt maar ook om het in vraag stellen van veronderstellingen die je hebt ten aanzien van anderen. Het in vraag stellen van de manier waarop je naar andere kijkt, hen plaatst.
In contact komen met mensen met een diverse achtergrond – leerprocessen
Een bewoner zonder vroegere ervaring van dak- of thuisloosheid getuigt dat de periode van onzekerheid betreffende een woonst hem voor even deed beseffen wat het betekent om dakloos te zijn. Vroeger begreep hij niet waarom mensen in een kwetsbare positie het “heft niet in eigen handen nemen en iets trachten te maken van hun leven” maar het zien en voor een deel samen meemaken van hun dagelijkse overlevingsstrijd verruimde zijn blik en deed hem stil staan bij de realiteit waarin anderen moeten leven. Hij beseft dat het niet hebben van een stabiele woonplaats vergaande effecten heeft op andere levensdomeinen zoals de zoektocht naar werk en het opbouwen van een sociaal netwerk.
Subjectivering omdat hij veronderstellingen over anderen doorbreekt.
De daaropvolgende, intensere contacten met diverse medebewoners zorgen er ook voor dat hij zijn eigen positie in vraag stelt. Dit is heel duidelijk op het moment waarop hij zich bewust wordt van zijn sterkere positie in het project vanwege zijn stabielere inkomenssituatie, kennis van het Nederlands en het Frans, ervaring in de huisvestingssector, enzovoort.
Hij denkt na over het feit dat hij een soort leidersrol had opgenomen in een project dat ‘gelijkheid’ benadrukt.
En over het belang van verschillende competenties en vaardigheden, en dus potentiële bijdrages, aanwezig in het project.