développement technologique: les capteurs existent depuis longtemps, mais ils n’ont jamais pu être utilisés avec autant de facilité et de simplicité pour appuyer les activités opérationnelles. Cette évolution technique a incontestablement un impact réel sur le nettoyage.
Il est un fait que le nettoyage intelligent figure depuis des années sur la liste des désidératas des facility managers.
Peter Wollaert_UN sustainable development goals 2030_IFMA_Dcu 12/10/17
Proper 03 2016 - nettoyer plus intelligemment editorial ifma-mieke loncke
1. 59
Editorial
Slimmer
schoonmaken
Mieke Loncke,
directeur IFMA
Er is geen technologische ontwikkeling waar facilitair managers zo reikhalzend
naar uitkijken als naar het internet-of-things. De termen smart buildings en
intelligent buildings zijn echte buzzwoorden de laatste tijd. Terecht, want door
gebouwen slimmer te maken door het plaatsen van allerhande sensoren in di-
verse voorwerpen en plaatsen, optimaliseert u ze qua efficiëntie, duurzaamheid
en gebruiksvriendelijkheid. Dit is overigens niet nieuw, sensoren bestaan al
geruime tijd, maar nooit eerder konden ze met zo’n gemak en eenvoud ingezet
worden ter ondersteuning van operationele taken.
Deze technische evolutie heeft ontegensprekelijk een reële impact op de schoon-
maak. Slimme schoonmaak staat immers al jaren op het verlanglijstje van fa-
cilitair managers. Hoewel schoonmaak hoofdzakelijk een mensentaak is en
fysieke grenzen kent, stappen we steeds verder weg van het afwerken van een
standaard werkprogramma of het doorgeven van werkbonnen bij aanvang van
de dagtaak. Bij een beter inzicht in het gebruik van een gebouw kunnen schoon-
maakacties efficiënter worden ingericht en beter afgestemd worden op het
daadwerkelijk gebruik van de (kantoor)ruimte. Het heeft weinig zin om een
vergaderruimte die de hele dag niet gebruikt is, schoon te maken. Of om het
bureau van een collega die enkele weken met vakantie is van een dagelijkse
schoonmaak te voorzien. Of om toiletfaciliteiten zoals dispensers dagelijks te
controleren op voorraad.
In plaats van de standaard schoonmaakrondes kan er gereinigd worden op
basis van behoefte, wat resulteert in een verhoogd efficiencyniveau. De hierdoor
vrijgekomen tijd kan nuttig ingezet worden om periodieke taken aan te pakken.
De schoonmaakmedewerker is op deze manier geen operationele uitvoerder van
een vooraf minutieus uitgestippeld werkprogramma, maar wordt meester van
het eigen werkschema, dat dagelijks varieert. Toegegeven, niet iedereen zal met
evenveel gemak deze autonomie omarmen, maar met een degelijke training en
ondersteund door de nodige technologische middelen is het een haalbare kaart
en kan het minder stress brengen voor de schoonmaakmedewerker.
We staan nog maar aan het begin van deze (r)evolutie: allerhande slimme in-
novaties geven ons de mogelijkheid, en misschien ook wel de verantwoordelijk-
heid, om de impact van het internet-of-things op het facilitaire werkveld te ex-
ploreren en ten volle te benutten. Want zeg nu zelf: het zou dom zijn om er niets
mee te doen! •
Nettoyer plus
intelligemment
Mieke Loncke,
directrice IFMA
Il n’existe pas de développement technologique auxquels les faci-
lity managers aspirent aussi impatiemment que l’internet des objets. Les termes
immeubles et bâtiments intelligents, en anglais, smart buildings et intelligent
buildings, sont des termes en vogue ces derniers temps. À juste titre, parce qu’en
rendant les bâtiments plus intelligents par l’installation de toutes sortes de
capteurs en divers objets et endroits, vous les optimisez en termes d’efficacité,
de durabilité et de convivialité. Ce n’est pas neuf en soi, les capteurs existent
depuis longtemps, mais ils n’ont jamais pu être utilisés avec autant de facilité et
de simplicité pour appuyer les activités opérationnelles.
Cette évolution technique a incontestablement un impact réel sur le nettoyage.
Il est un fait que le nettoyage intelligent figure depuis des années sur la liste des
désidératas des facility managers. Bien que le nettoyage soit principalement une
tâche accomplie par l’humain et connaisse des limites physiques, nous nous
émancipons de plus en plus du programme de travail standard ou de la commu-
nication de fiches de travail au début de la journée de travail. L’amélioration de
la compréhension de l’utilisation que l’on fait d’un bâtiment revient à optimiser
l’efficacité des activités de nettoyage en fonction de l’usage quotidien de l’espace
(administratif, de bureaux). Nettoyer une salle de réunion qui n’a pas été utilisée
toute la journée a peu de sens. Prévoir le nettoyage du bureau d’un collègue en
vacances depuis quelques semaines n’en a pas non plus beaucoup. Contrôler
quotidiennement le niveau des distributeurs en tous genres dans les toilettes n’a
pas non plus de sens.
L’accroissement du niveau d’efficacité passe nécessairement par une approche
ciblée des tâches de nettoyage classiques en fonction des besoins. Le temps libé-
ré grâce à cela peut être mis à profit pour la réalisation de tâches périodiques.
L’agent d’entretien n’est plus l’exécutant opérationnel d’un programme de net-
toyage minutieusement défini par avance, il est l’architecte de son propre pro-
gramme de travail, qu’il adapte au quotidien. Il faut l’admettre, tout le monde
n’accueillera pas cette autonomie avec autant de facilité, mais avec une formation
sérieuse et l’appui des moyens technologiques nécessaires, c’est une idée réaliste
et cela peut entraîner moins de stress pour l’agent d’entretien.
Nous n’en sommes qu’au début de cette (r)évolution : toutes sortes d’innovations
sérieuses nous donnent la possibilité, et peut-être également la responsabilité,
d’explorer l’impact de l’internet des objets dans le contexte du facility manage-
ment, et de l’exploiter pleinement. Car dites-le : ne rien en faire serait bête ! •
Column
58