1. Hoe gebruik je een bijwoord?
Hoe maak je een bijwoord?
Regels & uitzonderingen
Au travail
2. Classe V3A est spéciale!
Classe V3A fait cela spécialement
pour le professeur!
3. Wat is de functie van het bijwoord?
Het bijwoord zegt altijd iets:
1. over een werkwoord
2. over een bijvoeglijk naamwoord
3. over een ander bijwoord
4. Het bijwoord over een werkwoord
Het bijwoord zegt altijd iets:
1. over een werkwoord:
Exemple:
Victor parle bien français = Victor praat goed Frans.
5. Het bijwoord over een bijvoeglijk
naamwoord
Het bijwoord zegt altijd iets:
2. over een bijvoeglijk naamwoord
Exemple:
Cette leçon est vraiment facile = Deze les is echt makkelijk.
6. Het bijwoord over een ander bijwoord
Het bijwoord zegt altijd iets:
3. over een ander bijwoord
Le professeur parle très bien français.
= De leraar spreekt heel goed Frans.
7. Hoe maak je een bijwoord?
• Regel 1: Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op
een klinker (of een stomme e), moet je er –ment
achter plaatsen.
Exemple:
Bijv.nw bijwoord
vrai vraiment
large largement
8. Hoe maak je een bijwoord?
• Regel 2: Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op
een medeklinker, moet je het eerst vrouwelijk
maken (waardoor het eindigt op een
klinker/stomme e, dan plaats je er –ment achter.
Exemple:
Bijv.nw (vrouwelijk) bijwoord
clair claire clairement
Heureux heureuse heureusement
9. • Bijvoeglijke naamwoorden eindigend op –ent, krijgen
als uitgang: -emment.
Exemple:
- prudent prudemment (voorzichtig)
Uitzondering op deze regel:
Lent (bijv.nw) - (bijwoord): lentement (langzaam)