Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is eigenaar van negenenveertig woningen, waarvan er vijf volledig gerenoveerd
moeten worden en zeven volledig gerenoveerd zijn maar leeg
blijven bij gebrek aan kandidaat-huurders. Hierdoor betaalde de regering leegstandsbelasting: 78.429,21 euro in 2017 en 9.504 euro in augustus 2018. Tegen eind dit jaar zou daar nog eens 56.000 euro bijkomen.
Brussels Gewest betaalt leegstandsbelasting aan zichzelf
1. Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 septembre 2018 (no
43)
Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 september 2018 (nr. 43) 89
In 2018 werden tot nu toe vier leegstaande gebouwen
verkocht, voor een totaalbedrag van 787.000 euro.
Over nog eens vier leegstaande gebouwen heeft de regering
een beslissing genomen en is de verkoopprocedure momenteel
lopende.
Daarenboven heeft de regering, bij beslissing van 21 juli
2018 tot uitvoering van de begrotingsbeslissing 2018 betreffende
de verkoop van niet-strategische gebouwen voor een maximum-
bedrag van 6 miljoen euro, aan de minister bevoegd voor de
grondregie de opdracht gegeven een reeks onroerende goederen
waarvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest eigenaar is te
verkopen, waaronder de meeste thans leegstaande gebouwen. De
lijst van de te verkopen gebouwen ligt echter nog niet definitief
vast.
De leegstandsbelasting die betaald werd, bedroeg
78.429,21 euro in 2017 en 9.504 euro in augustus 2018. Tegen
eind dit jaar zou daar nog eens 56.000 euro bijkomen.
Vraag nr. 1034 van de heer Emmanuel De Bock d.d. 10 juli
2018 (Fr.) :
De toepassing op Vivaqua en andere openbare
maatschappijen of intercommunales, van het besluit van
7 september 2017 houdende uitvoering van artikel 5 van de
ordonnantie van 12 januari 2006 betreffende de transparantie
van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare
mandatarissen.
De regering heeft de gewoonte genomen om een aantal bezol-
digingen in openbare organen en structuren te plafonneren, wat
een goede zaak geweest is, gelet op bepaalde ontsporingen in het
openbaar beheer uit een recent verleden.
De uniforme toepassing van dat besluit moet nog verbeterd
worden ingevolge bijzondere situaties die men tegenkomt in een
aantal gewestelijke overheidsstructuren maar ook in gemeente-
lijke structuren waar verschillende personen statutair gemanda-
teerd zijn om het uitvoerend beheer op zich te nemen. Het debat
is gestart in de commissie Financiën op 16 april 2018 na enkele
mondelinge vragen. De regering heeft immers bij het opstellen
van het bovenvermelde besluit geen rekening gehouden met de rol
van de afgevaardigd bestuurders, terwijl die statutaire executieve
rol veel belangrijker is dan die van een voorzitter of ondervoor-
zitter van een raad van bestuur, in het bijzonder in de openbare
structuren onderworpen aan het Wetboek der Vennootschappen
(intercommunales, sociale huisvestingsmaatschappijen).
De BGHM is bijvoorbeeld veel verder gegaan door het rege-
ringsbesluit opnieuw te interpreteren en de sociale huisvestings-
maatschappijen die geleid worden door verschillende executieve
functies als voorzitter, afgevaardigd bestuurder of ondervoorzitter,
de bezoldiging door twee of in voorkomend geval door drie te
Concernant les bâtiments vides qui ont été vendus en 2018,
ils sont pour l’instant au nombre de quatre, pour une recette totale
de 787.000 euros.
Il y a également quatre bâtiments vides supplémentaires pour
lesquels une décision a été prise par le gouvernement et dont la
vente est en cours de réalisation.
Par ailleurs, par décision du 21 juillet 2018, en exécution de
la décision budgétaire 2018 concernant la vente de bâtiments non
stratégiques pour un montant minimal de 6 millions d’euros, le
gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale a chargé le
ministre ayant la Régie foncière dans ses attributions de vendre
un ensemble de biens immeubles appartenant à la Région de
Bruxelles-Capitale comprenant la majorité des bâtiments actuel-
lement vacants. La liste des bâtiments à vendre n’est toutefois pas
encore définitivement établie.
Concernant le montant des taxes payées sur les bâtiments
vides, il s’élevait, en 2017, à 78.429,21 euros et, en août 2018,
à 9.504 euros. 56.000 euros supplémentaires sont estimés pour la
fin de cette année.
Question n° 1034 de M. Emmanuel De Bock du 10 juillet
2018 (Fr.) :
L’application à Vivaqua et aux autres sociétés publiques
ou intercommunales de l’arrêté du 7 septembre 2017 portant
exécution de l’article 5 de l’ordonnance du 12 janvier 2006
relative à la transparence des rémunérations et avantages des
mandataires publics bruxellois.
Le gouvernement a pris le pli de plafonner un certain
nombre de rémunérations d’organismes et structures publiques,
ce qui a été salutaire face à certains excès passés dans la gestion
publique.
Toutefois l’application uniforme de cet arrêté mérite d’être
renforcée à la suite des situations particulières rencontrées dans
un certain nombre de structures publiques régionales mais aussi
communales où plusieurs personnes sont mandatées statutai-
rement comme assumant la gestion exécutive. Ce débat a été
initié en commission des Finances le 16 avril 2018 à la suite de
plusieurs questions orales. En effet, le gouvernement n’avait, lors
de la rédaction de l’arrêté susmentionné, pas tenu compte du rôle
des administrateurs-délégués, alors que son rôle exécutif statutaire
est bien plus important que celui d’un président ou vice-président
d’un conseil d’administration, en particulier dans les structures
publiques soumises au code des sociétés (intercommunales,
sociétés de logement social).
La SLRB a, par exemple, été beaucoup plus loin en réinter-
prétant l’arrêté du gouvernement en encourageant les sociétés de
logements sociaux qui sont dirigées par plusieurs postes exécutifs
de président, d’administrateur-délégué ou de vice-président,
à diviser la rémunération par 2, ou par 3 le cas échéant, ce qui